Onze ogen konden kijken
sinds het licht ons land bescheen.
Maar na het breken van de dijken
ging mijn denken naar ik mee.
Zolang golven overheersen,
barst van droogte en van tijd,
zo kan ik niet overleven
in gewone zekerheid.
Laat het water mij maar dreigen,
laat het me grijpen naar de keel.
Alleen voor ons wij watermensen hoort het water nooit te veel.
En als het water ons zal krijgen,
heeft het lang genoeg geduurd.
Dan worden wij die watermensen een hoog landgestuk.
Mensen,
even een warm welkom.
Bart,
Dennis.
Tussen de zilvergrijze aderen,
leef ik in mijn waterland.
Ik kan strijden, ik kan varen,
ze zingen naar mijn hart.
Onbedwingbaar is de woede en het vloeibare geweld.
Je zal vechten, je zal bloeden,
watermens wij wel.
Laat het water mij maar dreigen,
laat het me grijpen naar de keel.
Alleen voor ons wij watermensen hoort het water nooit te veel.
En als het water ons zal krijgen,
heeft het lang genoeg geduurd.
Dan worden wij die watermensen een hoog landgestuk.
Laat het water mij maar dreigen,
laat het me grijpen naar de keel.
Want voor ons wij watermensen hoort het water nooit te veel.
En als het water ons zal krijgen,
heeft het lang genoeg geduurd.
Dan worden wij die watermensen een hoog landgestuk.
De
beste gitaristen van de wereld.