Niemand weet,
niemand weet wat ik gisteravond deed.
En ik zou het morgen weer doen als het me nu maar niet zo steedt.
Niemand weet,
niemand weet hoe ellendig ik me voel.
Ik heb geen poot om op te staan.
En ik heb geen poot onder mijn stoel.
Ik
heb maar weinig nodig om gelukkig te zijn.
Paar hele goeie vrienden en wat doosjes Dietolijn.
Een kraantje pils,
een zakje wiet en ander had ik niet meer ook.
Plus drie mooie tweelingzussen maar twee dieringen mag ook.
Niemand weet,
niemand weet hoe dat verder met mij moet.
Ik zou zelf wel anders willen als ik maar wist hoe je dat doet.
Niemand weet,
niemand weet wat ik gisteravond deed.
Langzaamaan begin ik te begrijpen wat ik in de regel snel vergeet.
Niemand weet,
wat niemand weet.
Niemand weet,
wat niemand weet.
Wat niemand weet.