Als jij zegt ik hou van je, dan bedoel je ik verlang naar je, ik ben verliefd op je, ik wil bij je zijn.
Maar voor mij is het meer. Veel meer.
Voor mij ook.
Houden van is elkaar bezitten. Van elkaar bezeten zijn.
Iedere dag, jaar in, jaar uit. Zo volledig dat je kijkt met elkaars ogen.
Denkt met elkaars hersens.
Droomt met elkaars dromen.
Leeft met elkaars herinnering.
Hoe kan ik genieten van dingen als ik ze niet samen met haar beleef?
Ik ben jouw vriend, Edith. Maar zij is mijn vrouw.
Ze is met me vergroeid.
Je zult nooit met me trouwen, Marcel.
Nee, mijn liefste. Ik zal het niet kunnen.
Ga weg, mijn liefste. Neem afscheid.
Pas dan zijn we dicht bij elkaar.
Dan schaam je je niet om je lafheid.
En al wat je loopt, wordt dan waar.
Pas dan kan ik werkelijk geloven.
In de zin die je nooit hebt gezegd.
Dan kan ons geen mens meer beroven.
Van een liefde die rein is en echt.
Ik hou van je, mijn man, mijn vriend, mijn minnaar en mijn broer.
Ik had een beter lot verdiend dan enkel verlamoer.
Het is niet ver, ik heb recht op jou.
Ik laat je niet meer vrij, mijn liefste.
Ik ben toch je vrouw.
Ga niet weg, blijf bij mij.
Ik haat je, liefste. Ik haat je.
Je hebt me van alles verroogd.
En desondanks doe je een praatje.
Een praatje.
Of je de hemel belooft.
En toch weet ik dat ik altijd blijf hopen.
Op een teken, een boodschap, een brief.
Dan zal ik mijn lot niet ontlopen.
Een antwoorden.
Ja, ik heb je lief.
Ik hield van je, mijn man, mijn vriend, mijn minnaar en mijn broer.
Ik heb je een jaar lang trouw gediend.
Als vrouw, vriendin en hoer.
Nu dien ik even flink te zijn.
Vooral niet lammerjant.
En als je belt, geestzijnt je pijn.
Oh, dag.
Niks aan de hand.
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK