Alfred was op weg naar het paleis en na ongeveer anderhalf uur waggelen kwam Alfred zijn buurman de vos tegen die net zijn tanden aan het poetsen was.
En de vos zei, Goedemorgen Alfred, waar ga jij zo vroeg naartoe?
Vos, ik ga naar de koning, want ik wil mijn geld terug.
Ah, de koning. Zeg Alfred, kan ik misschien met je mee?
Ik heb namelijk gehoord dat de koning een koninklijk kippenhok heeft.
En zoals je weet ben ik zeer in kippen geïnteresseerd, op meerdere redenen en gronden die ik jou eigenlijk niet wil uitleggen.
En ik zou dat hok eigenlijk wel eens van binnen en van buiten willen bestuderen, Alfred.
Eh, vos, maar hoe doen we dat dan? Hoe kan ik jou dan meenemen?
Eh, weet je wat, vos?
Verstop je onder mijn linkervleugel, dan kan ik je zonder dat de koning je kan zien het paleis binnensmokkelen.
En hoppa, de vos verdween onder Alfreds linkervleugel.
Ik ga eens eventjes kijken of dat gelukt is.
Ah, het is gelukt. Het is gelukt.
Waar was de vos? Daar is de vos. Ja, daar is de vos onder mijn vleugel.
Ja, daar is de vos.