Als ik straks thuis kom, zet ze thee van rozenbottels.Warme eieren en zacht vrouwenvlees toe, ze houdt van mij als van haarzelf,ze houdt van mij als van haarzelf, ze houdt van hem als van haarzelf.Ze kust mijn rug en warmt mijn handen, ze strilt de rimpels op m'n voorhoofd weg.En in bed,aan het voeteneind staan altijd tweestilgitaristen en een bloeswiegend vrouwenkwartet.En door het ochtraam komen heel vaakengeltjes met zalmkleurige jurkjes.Lurien naar binnen vliegen, ik denk dat ik maar naar huis ga.