Lời đăng bởi: 86_15635588878_1671185229650
Als het voetbal is in Anderlecht,
voel ik me altijd slecht,
want dan kan je nergens door.
De voetbal gaat voor,
overal horen mensen met sjalen rond hun nek,
met vlaggen en met toeters en met een luide bek.
De policemannen zijn al druk in de weer,
ze scheiden de supporters van het doorgaand verkeer.
In de richting van de ingang staan ze allemaal te drummen,
het lijkt wel een of andere inval van
de Hunnen en de Hottendogverkoper.
Die staat er maar te snurken,
sausicho avec au sang,
choucroute,
autrement en gurken.
De helden van de groene wei,
die vechten moedig zijn,
aan zij voor hun fortuinen,
voor de bal,
voor de supporters aan de wal.
De eerste elft was flauwekul,
bleef het gans de tijd null null,
maar na de rust begon het pas als ieders appelsien op was.
De spanning en de bloeddruk steeg,
Indië een hard aanval kreeg,
maar dat speelt allemaal geen rol,
want het is geen hinder voor de loop.
Begint met flessen rond te gooien naar de paarse en de rode,
hoewel veel moeder en veel slijt werd drie-twee gelijk.
Het gewauwel neemt nu toe en de worstjesman wordt moe,
van al dat sleuren rond die goor met zijn musterd en zijn koo.
De spelers beginnen elkaars koken,
bont en blauw te schokken,
de naarbeter fluit en schreeuwt,
geluid de matchjes naar de knoppen,
de massa begint gewillig het stadion te verlaten,
om over het gedribbel nog even na te praten.
De cafés stromen vol en de vaten stromen leeg,
op elke hoek van straat en steeg daar hangt het vol gespuis,
want de winnaars zijn al zat en de verliezers nog niet thuis,
want die liggen in de gracht met meer dan 0,8,
maar de notendochverkoper die lacht zich een slappe Janus,
zijn broodjes gingen van de handelsplaten van Urbanus.