De daken zijn donker, de pannen zijn nat, ik dwaal met regen door een drijfnatte stad.Droom van Jenny, oh Jenny, dat is haar naam, oh Jenny.Ik lach naar het onweer, ik flirt met de stad, de neonreclames krijgen een bad.Want Jenny, oh Jenny, dat is haar naam, oh Jenny.Ik zie haar beeld in de glans van een spiegelruit, ik hoor haar lach in de waaiende wind.En de straat is verlicht met de glans van haar ogen, misschien dat ik daarom de stad zo geweldig vind.Ik kijk naar de wolken in een vlagende jacht, ik geniet van de flitsen door een ruizende nacht.Ik droom van Jenny, oh Jenny, dat is haar naam, oh Jenny.Ik droom van Jenny, oh Jenny, dat is haar naam, oh Jenny.