Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Ik vind je aardig, maar wat heb je daar nu aan?
Als ik je lief had,
zou mijn hart wel sneller slaan.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Als ik ja zeg, dan zit ik maar met de last.
En dan zit jij maar met de poppenkast.
Ik ken een schippersdochtertje,
dat meisje heet Annette.
Daar had de stuurman Jansen zijn zinnen op gezet.
Hij sprak tot haar,
ik hou van jou,
je bent me alles waard.
Ik wil zonder jou niet leven,
maar Annette,
je zij bedaart.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Ik vind je aardig, maar wat heb je daar nu aan?
Als ik je lief had,
zou mijn hart wel sneller slaan.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Als ik ja zeg, dan zit ik maar met de last.
En dan zit jij maar met de poppenkast.
Toen Jansen tweede stuurman werd,
ging hij er weer op uit.
Vroeg aan de schippersdochter,
doe schat,
je wordt mijn bruid.
Ik voel me als een schip dat in de mist niet verder kan.
Annette zei toen het volgende en keek hem troostend aan.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Ik vind je aardig, maar wat heb je daar nu aan?
Als ik je lief had,
zou mijn hart wel sneller slaan.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Want als ik ja zeg, dan zit ik maar met de last.
En dan zit jij maar met de poppenkast.
Toen Jansen eerste stuurman werd,
dacht hij wel sapperloot.
Dat ik maar steeds de bonds krijg,
dat is toch idioot.
En smekend sprak hij,
wordt mevrouw,
je bent toch geen begijn.
Oh nee,
zei toen Annette,
want ik ben verloofd met de kaptein.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Alles natuurlijk.
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Ik vind je aardig, maar wat heb je daar nu aan?
Niet veel.
Als ik je lief had,
zou mijn hart wel sneller slaan.
Mijn beste jongen, wat kan ik er nou aan doen?
Het is geen kwestie van een handje of een zoen.
Want als ik ja zeg, dan zit ik maar met de last.
En dan zit jij maar met,
en dan zit jij maar met,
en dan zit jij maar met de poppenkast.