MUZIEK
Je hebt geen sterralures, maar toch maak je me stuurloos
Zoals je bent gekleed
Je dovert met je ogen, je lippen doen me dromen
Je overvalt me diep
Je flirt met al mijn zinnen, niets wil ik nog verdringen
Maar niemand die het ziet
MUZIEK
Wanneer, wanneer
Wanneer, wanneer
Mag ik je raken, mijn warmte met je delen
Wanneer
Wanneer, wanneer
Wanneer mag ik je strelen, heel zacht bij jou ontwaken
Wanneer
Wanneer, wanneer
Wanneer mag ik je raken, mijn warmte met je delen
Wanneer
Die vraag die brandt in mij, het antwoord dat ben jij
Wanneer
MUZIEK
MUZIEK
Je dovert met je ogen, je lippen doen me dromen
Je overvalt me diep
Je flirt met al mijn zinnen, niets wil ik nog verdringen
Maar niemand die het ziet
MUZIEK
Mijn handen blijven trillen, ik wil je nu beminnen
Een poos met jou alleen
Ik zie je in mijn waanzin, een zonbij van een maanlicht
Zeg toch niet, toch niet nee
MUZIEK
Wanneer, wanneer, wanneer
Wanneer mag ik je raken, mijn warmte met je delen
Wanneer
Wanneer, wanneer, wanneer
Wanneer mag ik je strelen, heel zacht bij jou ontwaken
Wanneer
Wanneer, wanneer, wanneer
Wanneer mag ik je raken
Mijn warmte met je delen
Wanneer
MUZIEK
Die vraag die brandt in mij, gedankt voor dat ben jij
Wanneer
MUZIEK
Die vraag die brandt in mij, gedankt voor dat ben jij
Wanneer
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK
MUZIEK