Waarom,
papi,
waarom
roept men kluk-alf bijt dalen?
Kluk-alf,
jongen,
geeft kracht,
ontzwaart de goud te halen.
Kluk-alf is keerveilig terug tot elkaar,
want onder de grond,
daar scheld ik was gevaar.
Kluk-alf, jongen, kluk-alf.
Dag, vatertje,
kluk-alf.
Zeg,
vader,
als ik groot ben,
ga ik mee in de mijnen
en centjes verdienen voor mamie en jou.
Ach,
jongen,
daar zul je de zon nooit zien schijnen.
Diep onder de grond is het leven zo grauw.
Waarom,
papi,
waarom
roept men kluk-alf bijt dalen?
Kluk-alf,
jongen,
geeft kracht,
ontzwaart de goud te halen.
Kluk-alf is keerveilig terug tot elkaar,
want onder de grond, daar scheld ik was gevaar.
Kluk-alf, jongen, kluk-alf.
Dag, vatertje,
kluk-alf.
Kluk-alf is keerveilig terug tot elkaar,
want onder de grond,
daar scheld ik was gevaar.
Kluk-alf,
jongen,
kluk-alf.
Dag, vatertje,
kluk-alf.