Waarom,
zeg mij waarom
ben ik alleen en altijd eenzaam?
Waarom,
zeg mij waarom,
noemt niemand mij eens bij mijn voornaam?
Ik heb ook nooit een vrouw
die mij inschelt
of met me uitgaat.
Waarom,
zeg mij waarom,
moet ik alleen staan?
Ach ja,
ik heb een werk,
verdien m'n geld,
dat is m'n leven.
Het is allemaal,
het is allemaal voor mij,
maar ik zal zo graag iets willen geven.
Zolang
ik dat niet kan,
ben ik niet blij en blijf ook eenzaam.
Waarom,
zeg mij waarom,
moet ik alleen staan?
Zit hier alleen,
zonder vriendin,
waar moet ik heen,
het heeft ook geen zin.
Ik zou zo graag, geloof me toch,
met jou willen praten,
dansen in de nacht.
Maar dat soort dromen komen nooit uit,
blijf altijd eenzaam.
Maar toch,
ik heb nog hoop,
want er is nog steeds een nieuwe morgen.
En als dat gelukt dan komt,
dan zal ik altijd voor haar zorgen.
En waar,
daar ergens in,
waar ik m'n leven mee kan slijten.
O, kom,
breng mij geluk,
het liefste morgen.
Nu droom ik het weer,
ben ik verliefd.
O lieve schat,
zeg alsjeblieft,
kom dicht bij mij,
geef me een zoen.
Ik hou van jou,
dat
zal ik doen,
maar dat soort dromen komen nooit uit,
blijf altijd eenzaam.