Ik loop op straat,
het gaat niet goed met mij,
*** is geen leven.
De hele dag van *,
het maakt me gek,
nee ik weet niet eens meer wat ik doe.
Ik heb het koud,
benauwd,
ik voel me raar,
je laat me beven.
Ik ben kapot,
verrot,
heb slaapgebrek,
maar toch geef ik heraan toe.
Al doe ik nooit een oog meer dicht,
de drang naar jou is veel te groot,
veel te groot.
Ik ben verslaafd aan jou,
ik ben verslaafd aan jou.
Word gek van al je grillen,
maar zou niet anders willen,
de lichaam blijft maar schrillen om jou.
Ik ben verslaafd aan jou.
Had je gewist,
maar wist,
het is niet voorbij,
ik heb je nodig.
Al doet het pijn, het is fijn, als jij het doet,
kan niet meer zonder *** gevoel.
De laatste keer alweer voor de bel,
wie is nu sterker?
Al is het zwaar, het is klaar voor jou en mij,
maar iets trekt mij
steeds naar je toe.
Al doe ik nooit een oog meer dicht,
de drang naar jou is veel te groot,
veel te groot.
Ik ben verslaafd aan jou,
ik ben verslaafd aan jou.
Word gek van al je grillen,
maar zou niet anders willen,
de lichaam blijft maar schrillen om jou.
Ik ben verslaafd aan jou,
ik ben verslaafd aan jou.
Word gek van al je grillen,
maar zou niet anders willen,
de lichaam blijft maar schrillen om jou.
Ik ben verslaafd aan jou.
Ik ben verslaafd aan jou,
ik ben verslaafd aan jou.
Word gek van al je grillen,
maar zou niet anders willen,
de lichaam blijft maar schrillen om jou.
Ik ben verslaafd aan jou.
***