Ik heb één keer een boom horen vloeken.Dat was verleden jaar met kerstmis.Maar voor de rest...Bloemen zijn uit zichzelf mooi.Zonder dat je er om vraagt.Zonder complimentjes.Dat kan ik bijvoorbeeld van jou niet altijd zeggen.Doe jij dan de vaat, klerenleier?Dan ben ik mooier.Ik kan soms zo stom uit de hoek komen.In een vreselijke vlag van verstandsverbijstering......belde ik je op.Je zei, oh hallo.En hoe gaat het er nou mee?Ik sloeg me voor m'n kop.Was ik maar verkeerd verbonden......sloeg de blikse maar bij jou in.Na al die jaren......nog hetzelfde......voel ik weer......die tegenzin.Jij had ogen......met het......zicht op zee.Voor de rest......had je weinig gebreken.Jouw borsten......in een badhanddoek......daar zijn geen woorden voor.Zoes.Nou ja......bij wijze van spreken......op een persconferentie......van het......Argentijnse Comité......liep ik je tegen het lijf.En wat begon uit verveling......ontaarde in verlangen...En willen dat je blijftIk zocht verzachtende omstandighedenEn stortte me in mijn werkKon ik die waanzin maar vergetenWas mijn verbeelding maar zo sterkJij had ogen met het zicht op zeeVoor de rest had je weinig gebrekenJouw billen in een spijkerbroekDaar zijn geen woorden voorNou ja, de eerste paar wekenEén ogenblik van vertederingVerstoort soms het wankel even weerVan onzekerheden alleen in stand gehoudenDoor degene die naast je ligtJij had een man en twee kinderenEn ik een vrouw waar ik van hieldWas het geile roekeloosheidOf wanhoop wat ons heeft bezieldJij had ogen met het zicht op zeeDie me nooit echt hebben aangekekenEn bij het afscheid op de roltrapGing ik eronder doorNou ja, bij wijze van sprekenGing ik eronder door