Het kwam stiller dan de zomerwind, de zomerwind.
Het viel harder dan de regen mijn gewone leven in.
Zo oud al de wereld is,
zo vraagt mijn hart waarom,
waarom de geschiedenis eruit.
Twee zielen die hetzelfde willen,
waarom moet het dan anders zijn?
Twee zielen van de daken zweeuwen,
ik hou van jou,
je hoort bij mij.
Twee zielen en maar één gedage,
mooi om waar te zijn.
Wij zullen op het oogvoort wachten,
ik wacht op jou,
je wacht op mij.
We
zijn verder dan we willen in een stille hoop.
Op een zijn om te keren en we blijven verder lopen.
Wij twee alleen in een wereld die niet eens bestaat,
in een droom waarin wij alleen niet slapen.
Twee zielen die hetzelfde willen,
waarom moet het dan anders zijn?
Twee zielen van de daken zweeuwen,
ik hou van jou,
je hoort bij mij.
Twee zielen en maar één gedage,
mooi om waar te zijn.
Wij zullen op het oogvoort wachten,
ik wacht op jou,
je wacht op mij.
Het viel harder dan de zomer in de zomerweer.
Het viel harder dan de regen in een gewone leger.
Het kwam stiller dan de zomer in de zomerweer.
Het viel harder dan de regen in een gewone leger.
Twee zielen die hetzelfde willen,
waarom moet het dan anders zijn?
Twee zielen van de daken zweeuwen,
ik hou van jou,
je hoort bij mij.
Twee zielen en maar één gedage,
mooi om waar te zijn.
Wij zullen op het oogvoort wachten,
ik wacht op jou,
je wacht op mij.