Hallo,
ome Joop, hoe is het nou?
Is het hier nog wel wat uit te houden?
Ik zou zo zeggen,
het is net iets voor jou,
zo'n kosthuis vol met jonge vrouwen.
Ik hoorde van tante dat de dokter zei,
we moeten jou nog wel een weekie missen.
Ach, maar voor je het weet, dan is dat zo weer
voorbij en dan gaan we gezellig weer vissen.
Ik heb de hengels en het leefnet in het schuurtje klaargezet.
Als je thuis bent,
Joop,
dan gaan we er tegenaan.
Er staan maaien in de ijskast,
ik heb kleine piepertjes gejast,
om die grote twintig anders aan te slaan.
Ik heb vorige week nog op ons tekkie gevist,
ik had wat brazen,
of wil je het niet horen?
Hè, toen nou Joop, je lijkt wel een pessimist,
een mens is toch niet zo gauw verloren.
Die dokters, Joop, zijn zo geweldig knap,
voor je het weet zit je achter jou al klaar.
En ik heb nog een liter van dat zalige sap,
en die zal ik ook in de ijskast bewaren.
Ik heb de hengels en het leefnet in het schuurtje klaargezet.
Als je thuis bent, Joop, dan gaan
we er tegenaan.
Er staan maaien in de ijskast,
ik heb kleine piepertjes gejast,
om die grote
twintig anders aan te slaan.
Hè,
toen nou Joop, wat is er nou?
Ga nou niet liggen janken,
dat heb ik nog nooit gezien bij jou.
Nee joh, je hoeft me echt niet te bedanken.
Begrijp het Joop,
je bent erg bang,
dus je voelt het al zo'n maand of wat geleden.
Echt waar Joop,
wist het al zo lang,
ik heb ook voor je gebeden.