De buurman ging aan de boemel,
hij keek te diep in het glas.
De buurvrouw ging eens kijken waar de buurman toch wel was.
Toen had ze hem gevonden,
hij zag geen heg of stek.
Oei oei, hij kreeg op z'n donder,
het is zonde dat ik het zeg.
Maar het zal je gebeuren,
nou mensen waar blijf je dan?
Je bent te betreuren,
je krijgt er de rambam van.
En het zal je gebeuren,
dan zie je de gein niet meer.
Je kan je verhangen aan een touw,
maar dat doet zo zeer.
Een man die ging naar huis toe,
het was midden in de nacht.
Maar dat hij thuis zou komen,
had het vrouwtje niet verwacht.
Hij stond zich uit te kleden en wilde in z'n bed.
Oei oei, toen viel hem er klappen,
want z'n plekkie was bezet.
Maar het zal je gebeuren,
nou mensen waar blijf je dan?
Je bent te betreuren,
je krijgt er de rambam van.
En het zal je gebeuren,
dan zie je de gein niet meer.
Je kan je verhangen aan een touw,
maar dat doet zo zeer.
Let op mijn beste mensen,
want nu komt de moraal.
Je lacht je vaak te pletter,
om een ander zijn schandaal.
Maar eens dan komt het noodlot,
dan is de beurt aan jou.
Oei oei,
dan blijf je niet lachen,
want dan sta je in de kou.
Want het zal je gebeuren,
nou mensen waar blijf je dan?
Je bent te betreuren,
je krijgt er de rambam van.
En het zal je gebeuren,
dan zie je de gein niet meer.
Je kan je
verhangen aan een touw, maar dat doet zo zeer.
Want het zal je gebeuren,
nou mensen waar blijf je dan?
Je bent te betreuren,
je krijgt er de rambam van.