Zit ik goed? Zit ik fout? Ben jij het type waar ik van hou?Ik twijfel weer en dat mag niet van mijn grootstiet.Je gaf les in lichaamstaal, een boeiend werk, maar slecht betaald.Ik twijfel weer en dat mag niet van mijn grootstiet.Nederland, Nederland, Nederland.Nederland, Nederland, Nederland.Ik zag je aarzelen vannacht.Had je iets nieuws van mij verwacht?Of had je toch aan iemand anders gedacht?Ik kan niet leven, ik kan niet zijn.Ik kan niets beslissen, ik doe iedereen pijn.Hoe erg is dat? Hoe erg is dat? Hoe erg is dat?Nederland, Nederland, Nederland.Nederland, Nederland, Nederland.Het is zo vernekkig, het is ongezond.Je mag me kussen, maar spoel eerst je mond.Ah, dat is fijn, ah, dat doet pijn.Wereld brand.Nederland, vernederland, zit ik goed, zit ik fout.Ben jij het type waar ik van hou?Ik twijfel weer en dat mag niet van mijn grootstiet.Nederland, Nederland, Nederland.Nederland, Nederland, Nederland.