Lời đăng bởi: 86_15635588878_1671185229650
Nu ga ik een liedje zingen over een klein jongetje.
Die had van zijn grootmoeder een kostuum gekregen.
Een pakje, een blauw.
Ze vonden hem daarbij toch zo mooi.
Vooral zijn grootmoeder zelf, alleen.
En telkens,
als dat zondag was,
moest die kleine dat blauw kostuum aantrekken.
En dan was die dolgelukkig,
want dan mocht hij alles doen wat hij wou,
behalve zich vuil maken.
In andere woorden,
als dat zondag was,
mocht die kleine geen klop doen of kreeg klop.
Hij had zo al een paar zondagen klop gekregen.
Zijn gezichtje begon al stilaan op zijn kostuum te lijken.
Na 17 zondagen hing die kleine al zo triestig door zijn venstertje
aan het kijken hoe het andere kinderen buiten aan het spelen waren.
Ze waren aan het scheetborten en aan het surfen.
En hij zat daar opgesloten met zijn puzzel,
met zijn yo-yo.
En dat koortje was daaraf.
GELACH
En de titel van dat liedje luidt Moeke Medelij.
Er komen ook weer een paar Vlaamse woorden in.
Tegen grootmoeder zeggen wij Bobonneke.
Dat betekent grootmoeder.
En dan nog een typisch Vlaams woord, coltou.
Dat is Frans.
En dat betekent lijmt alles.
Coltou.
GELACH
En polkes,
polkes,
dat is ook nog een schoon woord.
Polkes, dat zijn kleine kinderhandjes.
Hier in Nederland zou je dat ook niet zeggen,
want hier hebben de kinderen zo een poot aan hun armen.
GELACH
Voor de rest is het eigenlijk gemakkelijk.
Het zijn alleen een paar klinkers die anders klinken.
Een u wordt fleu en een e wordt smeu.
En de streu dat blijft pleu.
GELACH
Nee,
maar in mijn kindertijd ging ik
altijd bij mijn vriendjes gaan spelen.
Ik ging bij mijn vriendjes gaan spelen.
Ik ging altijd spelen in een huisgezin.
Daar hadden ze 36 kinderen.
Dat was daar iets met hormonen in die slaapkamer van die ouders.
GELACH
Dat waren trouwens hormonen.
Ik weet dat nog.
En iedere middag als heel die bende moest eten krijgen,
allemaal die kleine mannen rond die tafel.
Onger, onger.
En die moeder was in zo'n enorme giethuis,
er een pan van drie meter doorsnee.
Die was daar allemaal varkenslevertjes aan het bakken.
Zo'n moeder, een mannequin van Michelin-banden.
GELACH
Ze was een varkenslever aan het bakken.
Spitter, spitter, spitter.
En die kleinste van die bende.
Ik eet geen lever.
Jij gaat hier lever eten zoals iedereen daar mee gedaan.
Hey.
MUZIEK