Mastat, mastat, mastat, mastat, mastat, mastat, ay, ay
Uh, die diva na a
Trots, in houding, met zwart op je heven
Stottenstaats wacht op de muren te verdedigen
Just nog een onvaals golf afgeweid
De lucht vult zich met de overwinningskrijten
Rust en vreide, al is het maar verrijven
Ze komen nog terug, dat is er eerder in gewijten
En ook al is het een verloren zak, niemand gaat opgeven
Totdat de muur valt, blijft de vlag in leven
Vra, een kind voor de vuren verscholen
Elke man die kan vechten, moet zijn traag om beloven
Golf na golf, toch blijft een kop overwater
Want de bemanning doeft tot naar wijken van ouderen
Stad, gevallen, poorten staan open
Weem is al laten bloeien, de vijand is verschoten
Met mis op de kelder, op de knieën gedwongen
Kwam deist nog uit de mond, van deze trotse senioren
Maastijd, maastijd, nee, nee, niet die vandaan
Maastijd, maastijd, nee, nee, niet die vandaan
Vandong tot na, maastijd, zoets onderstaan
Maastijd, voor altijd blauw, maastijd, boeken van de stad
Maastijd, van derde totaal, maastijd, boek als een boyaka
Maastijd, een ander heet aan de vlag, maastijd, dat is maar aan het waardepraat
Verstaafd, van angst, in een bunker verscholen
Verschaansd, achter schietgaten in een van de forten
De glijderen waren toen allang teruggetrokken
Tegen die overmacht was het op voorhand verloren
Ze spelen mee, om als helden te scoren
En maken een paar punten voor z'n witte vlag zwaaien
Handen achter het hoofd, naar een werkkamp aan sloven
Ver weg opgesloten, gaan wij naar de thuishaven
In stad, was de luxe weg gemaaien
Moest aanschuiven, mee een baan om te kunnen schuiven
Ieder waken uit je kamt, op zoek naar jelden
Als je er een verstopt, dan mag je zelf ook meekomen
Wij één en twee, landen in de straten
Souvenirs orfan worden ruiners en krauters
Uit de cinema kwam nog een slachtoffer gekruipen
Met een dood al in de ogen, sprak die zijn laatste woorden
Maastijd, maastijd, hey hey, niet die van na
Maastijd, maastijd, hey hey, niet die van na
Van toen tot na, maastijd, zoiets onderstaan
Maastijd, voor altijd blauw, maastijd, boem van der stad
Dus maastijd, aan het einde tot aan
Maastijd, boek als een wajaka
Maastijd, een ander reed aan de vla
Maastijd, dat is maan aan het waardeklaar
Maastijd, maastijd, maastijd
Verzwakt, er zit, die kop en hart zitten
Harm, onprincipes, verdorven, zonder kans
Met het zout dat we strooien, en moeite z'n weg te vielen
Kleven in een bank, al op de wachtlasten
Dienststelling, eenzaam, zilverlaten
Al die onbekende zielen bevolken de straten
Anarchie, de wet, zijn zijn eeuwige varen
Het is heden voor zich, tot de dood ons verzamelt
Ik schrijf haar de sletste strooven
Interstering, er ligt voor die we helemaal niet houden
Wil ik het gezicht haar doen beloven
Uit zijn ere, mijn laatste woorden
Maastijd, maastijd, hey hey, zal nooit vergaan
Nee, nee, maastijd, maastijd, hey hey
Dat is maan aan het waarhebben
Maastijd