Meisjes, ze maken ons kapot, meneer. Ze maken ons zo zot, meneer.Hmm, meisjes.Meisjes, ze zijn toch zo bizar, meneer. Ze komen zelf de klaar, meneer. Statistieke meisjes.Oh-la-la-la, meisjes. Ze komen goed van pas.Oh-la-la-la, meisjes. Toen zijn nog steeds de was.Maar bij boemimeisjes, soms lucht ik in hun kas.Oh-la-la-la, meisjes. Ha, meisjes.Meisjes, ze zijn zo wel gebouwd, meneer. Door die waar ik van hou, meneer. Ha, mijn liefst meisjes.Meisjes, ze zijn het andere soort, meneer. De passionele moord, meneer. Ha, dat komt van meisjes.Oh-la-la-la, meisjes. Ze komen goed van pas.Oh-la-la-la, meisjes. Ik wou dat u geen een had.Maar bij boemimeisjes, ze komen goed van pas.Oh-la-la-la, meisjes. Ze komen goed van pas.Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.Oh-la-la-la, meisjes. Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.Meisjes zijn dan het mooist op aard. Niet dat hun schoonheid evenaard. Zeg dat van het groene wat het gezicht heeft.