Mijn leven lang was ik alleen met zoveel mensen om me heen.
Nachten lang kon ik niet slapen,
want dan dacht ik steeds aan jou.
In mijn droom als ik jou zag,
was het of je naast me lag.
En dan vroeg je mij steeds weer,
deel jouw liefde met mij.
Levenslang heb ik op jou gewacht,
veroordeeld voor zolang het geld.
Levenslang aan de vrijheid geboet,
het leven was leeg zonder jou.
Jij en ik,
we zijn gelijk,
dat zie ik als ik naar je kijk.
Zonder woorden weet ik toch precies hoe jij je voelt.
Jij hebt net als ik gewacht,
omdat je steeds weer aan mij dacht.
Het verlangen naar de liefde was voor jou en mij gelijk.
Levenslang
heb ik op jou gewacht,
veroordeeld voor zolang het tijd.
Levenslang aan de vrijheid geboet,
het leven was leeg zonder jou.
Levenslang.
Levenslang.
Levenslang.
Levenslang heb ik op jou gewacht,
veroordeeld voor zolang het geld.
Levenslang aan de vrijheid geboet,
het leven was
leeg zonder jou.
Levenslang heb ik op jou gewacht,
veroordeeld voor zolang het tijd.
Het leven was leeg zonder jou.