Lea lacht, niet van harte
In haar lach woont haar pijn
Veel verloofd, nooit gewonnen
Lea wil geen Lea zijn
Leeuwen huilt zonder tranen want haar tranen zijn uitgedroogd
Sinds haar liefste is verdwenen nooit meer in Lea geloofd
Als de morgen komt wordt het vast beter
Stopt de regen en er is geen pijn
Iemand wacht op jou ik weet het zeker
Iemand die bij jou wil zijn
Lea kijkt nooit in de spiegel
Want ze houdt niet van wat ze ziet
Lea slaapt niet, kent geen dromen
Lea zong nog nooit een lied
Lea zwijgt, heeft niks te zeggen
Maar in haar zwijgen klinkt verwijt
De stilte stilde haar verlangend
Lea is het leven kwijt
Als de morgen komt wordt het vast beter
Sinds haar liefste is verdwenen nooit meer in Lea geloofd
Sinds haar liefste is verdwenen nooit meer in Lea geloofd
Als de morgen komt wordt het vast beter
Lea
Lea
Lea
Lea
Stilte, stilte, aanverwanden.
Lea is het leven kwijt.
Lea.
Lea.
Lea.
Lea.
Lea.