Later word ik een zeeman met een trui van blauw en witEn dan heb ik ook zo'n hondje dat dan op de uitkijk zitEn als ik uit de haven vaar zwaait het hele dorp me uitEn na een tijdje op de zee hoor ik het droevige geluidVan de stemmen in m'n hoofd die me nooit meer laten gaanDie me zeggen dat ik een dienaar ben in Satans karavaanEn dat ik moet marcheren met de zombies uit de helEn dat m'n hondje een kleine zondaar is die ontdaan moet van z'n velEn dan zeil ik weer terugEn dan wordt alles weer normaalEn dan vertel ik alle kinderen van het droevige verhaalVan het hondje en hoe het sterven moest, van ouderdom op zeeEn als een van die kinderen huilt dan zeg ik joh, de volgende keerMag je mee?Mag je mee?Ja mag mee?Ja mag mee?Ja mag mee?Ja mag mee?