Kleinkaro, verre land van verlaten heus, Kleinkaro, waar die Zwaardberken troon,
En die Kleinkaro, het is *** nog naar mij verlang, Ik kom terug naar jou, bij jou wil ik altijd hoorn.
Kleinkaro, de Zwaard je liefde vert, Elke avond, stop ons hand aan hart,
Samen met jou, kan ik van die toekomst droon, En die Kleinkaro, wil ik met jou woon.
Zie je die Amplostaan, die cirkelbaan, Die bazigheid, die vader en vrouw,
Zo is mijn heem weer saams naar jou, Daarom kom ik terug naar jou.
Kleinkaro, verre land van verlaten heus, Kleinkaro, waar die Zwaardberken troon,
En die Kleinkaro, het is *** nog naar mij verlang, Ik kom terug naar jou, bij jou wil ik altijd hoorn.
Plekken die laat bedacht, een poosbloem af, Kijk hoe die blaren toevoog,
Het zoveel daar, nog pleiner hoer, Dan is ik weer terug bij jou.
Kleinkaro, de Zwaard je liefde vert, Elke avond, stop ons hand aan hart,
Samen met jou, kan ik van die toekomst droon, En die Kleinkaro, wil ik met jou woon.