Op Ambon woont een meisje, waar iedereen van zingt.Omdat ze heel erg mooi is, en ook om wat ze drinkt.Reed toen ze nog geen drie was, en mama vroeg aan haar.Wat wil je nu eens drinken? Had zij haar antwoord klaar.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil geen appelsap of limonade, thee en koffie laat ik staan.En chocolademelk of oranjade, smaken mij als liever traan.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.En dat is zo gebleven, ze is nu achttien jaar.Een jongen is gekomen, en hij houdt veel van haar.Toch als zij met haar uitgaat, is hij niet erg content.Stiets als zij om een kus vraagt, zegt zij op dat moment.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil geen appelsap of limonade, thee en koffie laat ik staan.En chocolademelk of oranjade, smaken mij als liever traan.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil geen appelsap of limonade, thee en koffie laat ik staan.En chocolademelk of oranjade, smaken mij als liever traan.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.Ik wil klapper, klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet.