馃幍 馃幍Elke morgen om half zeven, grijp ik naar mijn zee馃幍 馃幍Bakje met een groene wikkel, het is een gouden vreet馃幍 馃幍De hele dag loop ik te lachen, omdat ik lekker ruik馃幍 馃幍De meisjes zijn niet weg te slaan, omdat ik kiwis heb gebruikt馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi, kiwi馃幍 馃幍Elke avond tegen achten, ga ik in het wat馃幍 馃幍Het flesje met de groene wikkel, maakt mij schuimig nat馃幍 馃幍De hele nacht loop ik te dansen in de discotheek馃幍 馃幍Tot zo'n kiwilucht, die haar deed smelten, waardoor ze voor mij versteek馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍 馃幍En als we dan zijn uitgedanst, verzin ik vlug een smoes馃幍 馃幍Ik pak het flesje met de groene wikkel, het is mijn kiwitoes馃幍 馃幍Zoals ik haar mijn badsel in, ze gaan eenvoudig uit de bloed馃幍 馃幍Op een keer zijn drie dubbels in, dan zijn mijn kiwitoes馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍 馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍 馃幍Ik wil kiwi, zij wil kiwi, lekker kiwi, kiwi馃幍