Eenzaam,
zonder jou, zonder zonneschijn.
Ook al kom ik van ver,
we spraken een taal die ik ook verstand.
Waarom ben je zo ver van mij in je zonnegeland?
Maar ik wist dat ik eindigen zou,
Juanita met jou,
Juanita.
Het was een droom in de zomersom die opnieuw begon in de sterrenacht,
oh Juanita.
Je mag niet huilen wanneer ik kan,
kom en niet nachterna,
Juanita.
Elke keer
als de stad langzaam donker wordt,
je Spaanse lach,
je Spaanse kus,
de Spaanse wijn zal altijd verdwenen zijn.
Ik neem je voet op bij mij,
want ik voel dat de eenzaamheid knaakt,
maar ik wist dat ik eindigen zou,
Juanita met jou,
Juanita.
Het was een droom in de zomersom die opnieuw begon in de sterrenacht,
oh Juanita.
Je mag niet huilen wanneer ik kan,
kom en niet nachterna,
Juanita.
Juanita.
Het was een droom in de
zomersom die opnieuw begon in de sterrenacht,
oh Juanita.
Je mag niet huilen wanneer ik kan,
kom en niet nachterna,
Juanita.
Juanita.
Het was een droom in de zomersom die opnieuw begon in de sterrenacht,
oh Juanita.
Je mag niet huilen wanneer ik kan,
kom en niet nachterna,
Juanita.