Hoewel je mij zo af en toe niet eens herkent,
niet eens meer weet hoe je me hebt verwend,
ben je toch blij als ik weer kom,
jij weet waarom.
Misschien zie jij dan even een moment van vroeger,
hoe jij me troost als was jij mijn moeder,
wanneer ik bang was in de nacht,
hield jij mij vast.
Ja jij,
jij stond altijd voor me klaar,
was ik verdrietig, was jij daar,
met goede raad en heel veel liefde.
In dat hart van mij
is altijd een plekje vrij,
en niemand kan dat ooit veranderen,
daar is alleen maar plaats voor jou.
In dat hart van mij schuilen zoveel mooie uren,
ze blijven ook voor eeuwig duren,
en wordt het straks toch even koud,
hou ik een plekje vrij,
voor jou,
in dat hart van mij.
Je schuivelt door de gang en kijkt nog even om,
ik heb gezegd dat ik weer heel gauw kom,
maar dat weet jij nu al niet meer,
of misschien toch.
Het doet me pijn dat jij zo snel van mij vervreemd,
soms kijk je angstig om je heen,
besef je als ik zeggen zou,
ik hou van jou.
Ja jij,
jij stond altijd voor me klaar,
was ik verdrietig,
was jij daar,
met goede raad en heel veel liefde.
In dat hart van mij is altijd een plekje vrij,
en niemand kan dat ooit veranderen,
daar is alleen maar plaats voor jou.
In dat hart van mij
schuilen zoveel mooie uren,
ze blijven ook voor eeuwig duren,
en wordt het straks toch even koud,
hou ik een plekje vrij,
voor jou,
in dat hart van mij.
In dat hart van mij
is altijd een plekje vrij,
en niemand kan dat ooit veranderen,
daar is alleen maar plaats voor jou.
In dat hart van mij schuilen zoveel mooie uren,
ze blijven ook voor eeuwig duren,
en wordt het straks toch even koud,
hou ik een plekje vrij,
houd ik een plekje vrij,
voor jou,
in dat hart
van mij.
In dat hart
van mij.