De laatste deur die sluit,
iedereen zit in de zaal.
Langzaam valt de stilte,
het is tijd om op te gaan.
Ik laat het donker achter,
zoek weer naar het licht.
En al is er veel veranderd,
*** is nog wat het is.
En het lijkt zo lang geleden,
en met alles dat verdwijnt,
was ik bijna al vergeten hoe goed het is om hier te zijn.
En dat je met muziek de toekomst kunt omarmen.
En al weet ik dat een lied niet de wereld kan veranderen.
Ik *** zolang ik ademhaal,
*** zolang ik blijf bestaan,
*** totdat ik onderga.
de longen uit mijn luif,
*** me los van deze tijd.
Ik ***,
***
mezelf vrij.
Want hier vind ik de ruimte,
hier kan ik zijn wie ik wil zijn.
Een dromer die nog altijd wil ontsnappen aan de tijd.
Daarbuiten jaag ik vaak mezelf voorbij,
en vind ik geen rust.
Hier laat ik alles los,
en ook al is het soms een vlucht.
Ik *** zolang ik ademhaal,
*** zolang ik blijf bestaan.
Ik *** totdat ik onderga.
Ik *** de longen uit mijn luif,
*** me los van deze tijd.
Ik ***,
*** mezelf vrij.
En al is de wereld in de war,
lijkt de dag soms op de nacht.
Al zijn wij soms het noorden kwijt,
in deze doorgedraaide tijd.
Wij staan nog altijd overeind.
Dus *** zolang je ademhaalt,
*** zolang je blijft bestaan,
*** totdat je ondergaat.
de longen uit je luif,
*** je los van deze tijd.
,
*** jezelf vrij.
jezelf vrij.