Ik ben Jorrik Gulsenbosch, ik kom uit Grambaren.
Ik skaas al 10 jaar marathons en ik ben er echt helemaal wild van.
Het allermooiste is de elftijdentocht.
Dat is een marathonskaas.
Als je dat een keer mag drinken en je kracht erin neemt,
dan is dat toch de mooiste dag uit je leven,
denk ik.
GEZANG
Ik
heb een keer met een popgroep Normaal
optreden en dat was verschrikkelijk mooi.
Ze belden niet op,
ik dacht van foi,
foi,
foi,
dat zien we niet opbelden.
Want je komt hier uit de buurt en die
mensen hebben zo'n gigantisch veel succes.
En dan mocht ik daar een keer met een nummer met zingen.
Ik denk,
jongen, jongen, jongen, wat een spek daar.
Verdraag.
Erik, wil je nog wat drinken?
Nee, ik hoef niks te drinken, ik mag nog rijden.
GEZANG
Ik heb een keer op een hele goede dag een marathon gelopen,
zo in mezelf.
Dat was net verkeerding.
Ik loop een marathon en ik moet de saus strak uitzien.
Ik loop een marathon en toen was ik door
een vliegvloot van een vermoeidheid.
Toen mocht ik voor de eerste keer op die vloot.
Ik dacht dat ik dat mooi houd met die marathon lopen.
Erik, wil je ook wat drinken?
Nee, ik hoef niks te drinken, ik mag nog rijden.
GEZANG
Als ik colochtien heb in het gezicht,
dan vrull ik ze bij die hennen weer van
voren naar achteren naar de stoelen.
En dan draai ik de hakken bij die en dan heb ik zo weer warme voeten.
En dan kan ik er zo weer tegen.
Dus colochtien, daar ben ik niet bang voor.
Erik, wil je ook wat drinken?
Nee, ik hoef niks te drinken, ik mag nog rijden.
GEZANG
Dat
is een heel apart verhaal.
Dat is lopen op een schaars en dan onderuit
en even in een mattel ertussen zitten.
En dan tussen een kroep van links naar rechts zijn.
Dat is eigenlijk een sensatie, dat gevoel.
Erik, wil je wat drinken?
Nee, ik hoef niks te drinken, ik mag nog rijden.
Nee,
ik hoef echt niks te drinken,
ik mag nog niet.
Later, Bas.
Ja, meneer Gulsenbosch.
Ik heb eigenlijk maar één ding,
dat *** plekje hoger heen is dan ik het met alles tegentag.