Jij bent *** wel groot
Ik ben *** wel klein,
toch ben ik soms groot en jij soms klein.
Het is juist super fijn dat wij
allebei verschillend en hetzelfde zijn.
Soms ben ik klein,
soms ben ik groot,
soms ben ik groot,
soms ben ik klein.
Hoe dan ook,
hoe dan ook,
wil ik samen met jou zijn.
Samen staan we sterk,
kunnen we een hoop,
een beetje van jou,
een beetje van mij,
een beetje van zus of zo.
Soms ben ik klein,
soms ben ik groot,
soms ben ik groot,
soms ben ik klein.
Hoe dan ook,
hoe dan ook,
wil ik samen met jou,
wil ik samen met jou zijn.