Nu
de zon weer is verdwenen,
hou jij je sjaal weer uit de kast.
Ik heb het eerder nooit begrepen,
misschien omdat jij er nog niet was.
Zelfs sneeuw lijkt mooi naast jou,
toch zijn mijn tenen mij te koud.
En dat vuur moet hoger,
meters hoger zijn.
En dat vuur kan hoger,
kan niet hoog genoeg voor mij.
En dat vuur moet hoger,
meters hoger zijn.
Vanaf de grond wil ik vlammen tot aan het plafond.
De rivier die is bevroren,
misschien klinkt het nu te glad.
Ik wilde niks van winterhollen,
tot ik in de gaten had.
Sta zelfs stevig op het ijs naast jou,
toch zijn mijn tenen mij te koud.
En dat vuur moet hoger,
meters hoger zijn.
En dat vuur kan hoger,
kan niet hoog genoeg voor mij.
En dat vuur kan hoger,
meters hoger zijn.
Vanaf de grond wil ik vlammen tot aan het plafond.
Misschien stel ik mij wel aan,
ligt het eigenlijk aan mij.
Wel is het stiekem met je eens,
dat is best een mooie tijd.
Die winterjas doet wonderen,
en de warmte van een vrouw.
Maar toch voel ik de kou.
En dat vuur moet hoger,
meters hoger zijn.
En dat vuur kan hoger,
kan niet hoog genoeg voor mij.
En dat vuur moet hoger,
meters hoger zijn.
Vanaf de grond wil ik vlammen tot aan het plafond.
en dat voel moest hologes March en het vuur moet hoog en het
En het vuur moet hogen