De wolken zijn verdwenen, de zon brandt op m'n benen.De zon is heel erg heet en overal voel ik zweet.Papa pakt de zonnebrand, mama zegt kijk uit dat je niet verbrandt.Van ochtends negen tot avonds zes draaien ze de dop van de fles.En ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer en dat doe ik nog een keer.Ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer tot ik eruit zie als een witte ijsbeer.Ik doe het speul in m'n handen, zodat ik niet zou verbranden.Ik kan alleen niet bij m'n rug.Papa doe jij het, maar wel een beetje vlug.De fles die is al bijna leeg, ik wou dat ik er wat uit kreeg.Ik knijp, ik knijp, hé daar is nog een beetje en de fles laat dan een heel klein scheetje.Ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer en dat doe ik nog een keer.Ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer tot ik eruit zie als een witte ijsbeer.Als we naar het strand toe gaan, dan trek ik snel een shirtje aan.Ik zet een petje op m'n bol en ga schuilen onder een parasol.In de schaduw, maar weet je wat ik dan nog wil?In de schaduw, een ijsje en een zonnebril en even later een plons in het water.Ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer en dat doe ik nog een keer.Ik smeer en ik smeer en ik smeer en ik smeer tot ik eruit zie als een witte ijsbeer.