Op een dag,
op een hele mooie dag,
word ik wakker op mijn eigen strand.
Poedernacht schrijf ik heel de tijd mijn eigen naam op in het zand.
Dekker op mijn eigen eiland,
in een stille oceaan.
Dekker op mijn eigen eiland,
of zo ver bij Avandaan.
Op een nacht, op een hele mooie nacht,
kijk ik in
de zwarte zee.
Zie mezelf niet meer met jouw naam erop.
Ik ging op reis en nam jou niet meer mee.
Dekker op mijn
eigen eiland,
in een stille oceaan.
Dekker op mijn
eigen eiland,
ik ben zo ver bij Avandaan.
Als je s'avonds dan een kaarsje brandt,
ergens ver weg op het vasteland.
Als je s'avonds dan een kaarsje brandt,
is dat voor iedereen behalve mij.
Dekker op mijn eigen eiland,
in een stille oceaan.
Dekker op mijn eigen eiland,
of zo ver bij Avandaan.