Nu pas voel ik hoe koud de nacht kan zijnTwee woorden in mijn hoofd als een eindeloze vrijEén kusEén kusVan een man die zo kan bekorenEen roos met een vlijmscherpDoor een één kusToen ik in jouw ogen keekVing ik vlinders in mijn lijfZe zitten daar nu levenloosOpgeprikt en stijfEén kusEén kusVan een man die zo kan bekorenEen roos met een vlijmscherpDoor een één kusNooit heb ik gewetenWat woorden kunnen doenAls je het nu zou vragenZou ik het nooit meer doenMmmmEén kusEén kusEén kus, die voor eeuwig bij je blijft, je tot de waanzin drijft.Eén kus.