av als je zwijgtAls je spreektpenseel je nouontsnapte zinnenJe hand ligt op je schootals op een lakenJe lichaamis de rankom te ontvinnenJe legt en bloemop en schaalJe hangt en vruchtaan en boomJe kijkt in vuurals het nacht isJe wakt als ik dromJe reikt dradenin de morgenJe spint takkenJe weeft houtJe verhit de paarsen purperJe bezinkt het geelin goudJe houdt je boeknaar het lichtEn vraagt je zegenvoor gedrukte woordenDe bergtopis je huisen je hoofJe lichaamis het zuidenen het noordenJe legt je blikin de windJe geeft je tranenaan een steenJe houdt je vastin de stormWant je laat meniet alleenJe weert het onweervoor me afJe slaat de bliksemvoor me terugJe strooit voor mijeen padJe slaat voor mijeen brugJe kijkt me naals ik verdwijntJe legt je ogen op metot ik ben verdwenenIk zaa in de leegtevoor me heenEn straks groeienmijn bloemenop de stenenIk vraag dradenin de morgenIk vraag takkenIk vraag houtVerhit het paarsin purpleBezing het geelin goud**