Als de zon jouw lijfje bruin brandt,
op jouw handdoek op die strand,
is dat zoveel ander wat mij zoort benij,
want ons deel elke dag.
Als die sterren hoogboos zitten,
als ons samen lopen over die zand,
dan verschijnen duizend sterren in jouw ogen,
omstiel die mannelijke hand.
Donkerbrein ogen, lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij lief is voor mij en bij mij gaan blijven.
Donkerbrein ogen, lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij altijd nou hier bij mij gaan blijven.
Jij is deel van hier die zoenen,
ik een filosoof, een droome,
mensen zegt het kan nooit werken,
maar donkerbrein ogen,
ik blijf steeds gloeien.
Donkerbrein ogen,
lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij altijd nou hier bij mij gaan blijven.
Donkerbrein ogen, lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij lief is voor mij en bij mij gaan blijven.
Donkerbrein ogen,
lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij altijd nou hier bij mij gaan blijven.
Jij is deel van hier die zoenen,
ik een filosoof, een droome,
mensen zegt het kan nooit werken,
maar donkerbrein ogen,
ik blijf steeds gloeien.
Donkerbrein ogen,
lachen soms dans,
donkerbrein ogen tot kwaaien laat zans,
donkerbrein ogen,
ik wonder of jij altijd nou hier bij mij zal blijven.
Oh,
jij laat mij wonder of jij altijd nou hier bij mij zal blijven.