Sinds donderdag de tiende ben ik doodIk werd begraven op een koele maandagmorgenJa, dank u, de belangstelling was grootMijn vrouw en kinderen zijn goed geborgenNu lig ik zo te denken in mijn kistWie is het die me mist? Wie is het die me mist?Mijn concurrenten niet en mijn cliënten nietEn ook mijn vrouw niet, want dat goeie mens, dat zag me niet zo vaakZe zeggen allemaal het hartHij leefde enkel voor de zaakAlleen de baarman van de kroonDie zegt, hé, dat is niet gewoonHé heren, wat hebben we die man lang niet gezien?Misschien, misschien is hij de enigeMisschien, misschien is hij de enigeSinds donderdag de tiende ben ik doodZodat ik eindelijk een parkeerplaats heb gevondenNu lig ik zo te denken, idiootNu hoef ik morgen lekker niet naar LondenAlleen die ene vraag als ik maar wistWie is het die me mist? Wie is het die me mist?Mijn ooms en tantes niet, mijn assistenten nietEn ook mijn kinderen niet, die draaien nou de Beatles net zo vaakZe zeggen allemaal, ach jaHij leefde enkel voor de zaakAlleen Marie op KatendrechtDie heeft misschien een keer gezegdHé joh, wat heb ik die man lang niet gezien, johMisschien, misschien is hij de enigeDe wind waait door het hoge natte grasIk hoor het ruisen van de duur aan ons kelkenEn al die kransen, het komt toch niet te pasDat heel die dure zooi ligt te verwelkenOm nog maar niet te spreken van de kistWie is het die me mist? Wie is het die me mist?Mijn oude moeder niet, en zelfs de kapper nietEn ook mijn vrienden niet, die zeggen, ach het was een beste ventAlleen mijn hond, die staat te wachtenDe beide oortjes over enIk hoor hem janken, ach dat beestHet is net zoals je wel eens leestEen trouwe hond, die ligt de treur op een grafHé, rot hond, je hebt me wakker geblaftIk moet naar Schiphol, precies op tijdOm twintig over elf gaat mijn kistTenzij je te veel mistTenzij je te veel mistAPPLAUS