Vol van b, moet wel ik langs de straten waar ik vroeger bij herhaling kwam.Om mij heen ligt somber en verlaten het verwoeste deel van Rotterdam.Ach, hoe droevig wordt het mij te moeden als ik naar die openvlakte kijk.Op die plek begint mijn hart te bloeden, want hier was eens de Schiedamse dijk.Waar het bier en de jenee vervloeiden, wordt mijn oog geen druppeltansgeweer.Waar eenmaal de prostitutie bloeide, loopt geen hond, laat staan een mensgeveer.Waar de alk stond en de rode molen, naar zijn mij ruiken en wils ontbaar.Ligt een troosteloze serie holen, langs de huizenkant van het octaar.In mijn eenzaamheid loop ik te dromen, komt hier ooit weer leven en muziek.Zal hier ooit weer een dorado komen, van vermaak, van drank en erotiek.Vele uren heb ik hier gezeten, vele centen heb ik hier vergooid.Ook al wordt ik gammel en versleten, de Schiedamse dijk vergeet ik nooit.