Mijn vriendinnen waren hele leuke vrouwen Strak van karakter, strak in het vel Van allemaal voor eeuwig willen houden En dat lukte voor een tijdje wonderwel Dan ontmoette de ene man met een tweede huis En de ander kwam ineens elke tweede nacht niet thuis De derde zocht de zon op en ik stond in de kou En soms zei ik ook zelf Ik hou niet meer van jou Toen kwam jij, toen kwam jij Toen kwam jij en hield van mij In jouw ogen brandt het zonlicht In jouw halen golft de zee Jij schrijft sprookjes met je lippen Betoog het, betoog het Vraag ik wie jij bent nu met mij mee Met vriendinnen heb ik het vaak getroffen Mooi in het daglicht, sterk in de nacht Van de meeste heb ik ergens wel een foto En bijna iedereen die breed uit naar mij lacht Toch viel er eentje op een toekomst met een werkstudent En een ander koos een sportman want ze wou een echte vent Weer een ander vond zichzelf bij mij te weinig vrouw En soms zei ik ook zelf Ik hou niet meer van jou Toen kwam jij, toen kwam jij Toen kwam jij en hield van mij In jouw ogen brandt het zonlicht In jouw halen golft de zee Jij schrijft sprookjes met je lippen Betoog het, betoog het Vraag ik wie jij bent nu met mij mee Naast jou is elke vrouw de minste Naast jou lijkt elke vrouw te klein Naast jou, naast jou, naast jou Sta ik In jouw ogen brandt het zonlicht In jouw halen golft de zee Jij schrijft sprookjes met je lippen Betoog het, betoog het Vraag ik wie jij bent nu met mij mee In jouw halen golft de zee Jij schrijft sprookjes met je lippen Ik ben betoog het Betoog het, betoog het Ik ben betoog het Betoog het, betoog het Ik ben betoog het