Kinder is een liefde met die hart zeer gehuil van zee en veld.
En mij brengt dat vieren, mij vlerken zo gewend.
En daar ga ik huis toe, naar mijn groottoe, waar al mijn schoenen loopt.
Daar ligt al mijn hartstof, mijn erfnes en al mijn hoop.
Opglomijn was ik maar een arend, noodlot ze vluchtelen.
Bedend voor die zoete uitkomst, die laatste hoog verwannelen.
Vierdaag is een laadheid, maar het is altijd waaraan ik vast kan houden.
Schummen van de liefde, belooftes om aan vast te houden.
Opglomijn was ik maar een arend, noodlot ze vluchtelen.
Bedend voor die zoete uitkomst, die laatste hoog verwannelen.
Bedend voor die zoete uitkomst, die laatste hoog verwannelen.
Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap