Weet je nog, ach, weet je nog wel, Anne-Marie
Weet je nog, je weet het vast wel, Anne-Marie
Die tijd is voorbij
Het was een regenachtige dag, ik weet het nog, ach
En de stad was zo grijs, oh, wat waren we beide toch moe
Maar wat deed het ertoe, want die stad was Parijs
In de regen nam ik je mee, ik wist een café, een vrolijk terras
Er bestond geen tijd en we bleken
Kijken naar het leven, kijken naar het leven op Montparnasse
Weet je nog, ach, weet je nog wel, Anne-Marie
Weet je het nog, je weet het vast wel, Anne-Marie
Die tijd is voorbij
Het was een regenachtige dag, ik weet het nog, ach, weet je nog wel, Anne-Marie
Het was een regenachtige dag, net als toen en ach, Parijs is ver weg
Ik vraag me af, waar of je nu bent, misschien met een vent
En wie weet wat je zegt, je vertelt hem over een reis
Voor het eerst in Parijs en van een terras
Van een vriend, maar je bent vergeten
Hoe of ik heet en wie of ik was
Weet je nog, ach, weet je nog wel, la, la, la, la
Weet je nog, je weet het vast wel, Anne-Marie
Die tijd komt nooit meer terug
Er zijn ook mannen die denken herinneringen, daar kopen we niks voor
Zo'n man laat het er niet bij zitten
Dat is dus een man die het heft in eigen handen neemt
Een nuchter iemand
Hij vertelt u onder een volksdansje over Gerrit