Ik weet dat je van hem huilt,
maar hij liet je zomaar staan.
Ik ben blij dat je bestaat,
ik weet niet wat hem bezielt.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Dat gaat dwars door merg en been,
want toch ben ik niet van steen,
sla je armen onderheen.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Dat gaat dwars door merg en been,
want toch ben ik niet van steen,
sla je armen onderheen.
Liefde is huilen van geluk,
echte liefde gaat niet stuk.
Ik weet dat ik levenslang,
naar heb geluk met jou verlang.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Dat gaat dwars door merg en been,
want toch ben ik niet van steen,
sla je armen onderheen.
Liefde is huilen van geluk,
echte liefde gaat niet stuk.
Ik weet dat ik levenslang,
naar heb geluk met jou verlang.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Dat gaat dwars door merg en been,
want toch ben ik niet van steen,
sla je armen onderheen.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.
Dat gaat dwars door merg en been,
want toch ben ik niet van steen,
sla je armen onderheen.
Als ik jou weer in mijn armen voel,
kun je aan me zien wat ik bedoel.