Ik had vroeger van de hand gezegd van die Afrikaans die zo lekker is om te praten.En als kind had ik al gehoord hoe wonderlijk Afrikaans is dat tot boijanen wel Afrikaans praten.En kan Afrikaans praten.En ik had daar in de vakantietijd bakken op gepast altijd als kind.En toen begint het te rennen en dan kruip ik in een grot weg.Gaan schuilen toe.Kruip niet weg.Want het was dan nog niet die gevaar.Ik ga schuilen toe net voor het rennen.En toen ik aan de slaap geraakt ben en toen ik wakker werd.Er is een trouw boijana bezig om in te trekken in die grot voor de nacht.En ik zit nu achter in die grot en ik besef toe.Maar ik is nu een hele flets.Ik moet nu stil zitten.En dan hang ik mijn handen over mijn knieën.Laat ik eigenlijk zo'n boijaan lijken.Mijn vrouw zegt, dat is zeker makkelijk geweest.Maar nu komen alle gezels onder elkaar.En dan praten alle twee ooms gezels over die politiek.Er zijn nog twee kindertjes die spelen.En oud-Andi's.Die oud-tannetjes.Oud-mannen.Die zitten achter in de donkerte van die grot.Maar dat is oud.Dat lijkt op waterzakken in een oude Mercedes-Benz.Zo.Raak ik nou later stil in die grot.Nu slaap die boijana.Ik moet nu maar de nacht doorzitten.Maar nu hoor ik later.Nu hoor je net zo.Maar ik hoor later dat boijaan zijn maag maakt.Zo.Mijn kers.Daar komt een ruik in die grot.Dat jij niet kan aasen.Nou zeg het even om mijn kop net zo boodiewalm uit te krijgen.Toen maakte Andietje helaas met zijn maag goong.Koeien.Gooi zijn zoals tonken.Maar kijk nou.Dat ruikt nou zoals boomwortelen.Eentje is scherp.Doe wat.Gist.Ik denk vandaag dood heb ik je zo.Zo'n klein boijanje.Goong.Kijk dan bij zo'n vratje.Het ruikt verschrikkelijk.Ik slaap door alles.En ik besef dat ik ga toch versmoren.Of het nou weet dat ik hier ben of niet.Maakt niet zaken.Ik heb aan mezelf maracool gevat.Ik ga nu zelf Andietje stoten.Maar nu denk ik bij mezelf.Ik wil hem nog zo door de suf laten lopen.Dat hij niet kan horen.Dat is een vreemd geluid.Nu pak ik hem zo zachtjes.Stoot ik hem nu uit.Maar broer.Toen dat ding niet is in hun intrek.Toen waren ze wakker.En ik dacht.Zo'n groot boijanklappen klinkt boven een klap.Hij zei. Jij moet die schijt zoeken.