Ik zag je zitten in de patattent bij Tante Nel op het hoekje.Je had een roze petticoot aan en een heel zacht onderbroekje.Man, wat weet ik, me sjokken, mijn ogen vielen uit me kas.Ik wist niet dat er zo wat prachtigs was als jij al.Schat, wat had ik jou graag op de stang genomen.Man, wat weet ik, me sjokken, mijn ogen vielen uit me kas.Ik wist niet dat er zo wat prachtigs was als jij al.Schat, wat had ik jou graag op de stang genomen.Maar jij moest zo nodig met die lange, die vakman, die zo op Elvis leek, met die spughandel hero.Hij wat tegen hem zee, zee die meteen, hee val jij nou mooi de takken dood, jij.En dan kon jij wel met een noodgang de straat uit gaan, want anders ging die op je staan, de primitief.Is het je nooit opgevallen, aal, dat ze ogen zo dicht bij elkaar stonden?Man, wat weet ik, me sjokken, mijn ogen vielen uit me kas.Ik wist niet dat er zo wat prachtigs was als jij al.Schat, wat had ik jou graag op de stang genomen.He aal, maar je had centen, he die man, leggende gelden, in paakjes van tachtig.En dat zag jij wel zitten, niet? Want werken op zo'n kutfabriek was niks voor aal, nee.Aal wou op chic, aal wou eretribuné, aal wou gezien zijn.Desnoods liet aal zich fokken voor een keertje kapper.En die van Veen, die kon nooit Lazarus krijgen.Want die mossel nodig met die balpen de school, en dat betaalde niet.Een jaar of een jaar of acht, maar daar kon ons aal niet op wachten, nee.Want bij de hema lagen bloesjes, die uit zichzelf wegliepen, als je er niet snel genoeg bij was.Met van die zompies en die tirlantijntjes op de mouwen, en daar moest aal zo nodig in kunnen zitten.Maar wat werd ik beschokken, mijn ogen vielen op m'n kast.Ik wist niet dat het zo was, wat kwaaders was, ik zei aal.Schat, wat had ik jou graag, dus dan genomen.Hé aal, koop je nog steeds zoveel, aal?En waar laat je al die zooi dan?Heeft jij een pakhuis aangeschaft, aal?Hé aal, mag ik je wat vragen?Ben jij gelukkig, aal?