Duizend keer praatte ik onwennig, stoere woorden zonder ziel.
Duizend keer heb ik willen zeggen, hoeveel, hoe ik van je hield.
Duizend keer wou ik liefde geven, tonen durfde ik het niet.
Duizend keer telde ik de sterren, aan een hemel vol verdriet.
Duizend keer droomden we van vrede, met de oorlog om ons heen.
Duizend keer dachten we van vrede, met de oorlog om ons heen.
Duizend keer kwamen we te vallen, maar we kwamen winnend aan.
Duizend keer wil ik met je zoeken, naar de zin van wat we doen.
Duizend keer zullen we ons voelen, machteloos en tof.
Duizend keer zullen we ons voelen, machteloos en tof.
Duizend keer wil ik met je lopen, zelf de weg, zelf de droom.
Duizend keer heb ik willen zeggen, hoeveel, hoe ik van je hield.
Muziek